Leveranciers verwijten de curatoren van de failliete schoenenketen Scapino hen met opzet slecht te hebben voorgelicht waardoor ze hun recht op het terugeisen van geleverde goederen hebben verspeeld. 

De leveranciers, voornamelijk uit Zuidoost-Azië, kregen wel een brief van de curator, maar deze was per post verstuurd en bovendien in het Nederlands opgesteld. Dat schrijft Het Financieele Dagblad maandag.

Het gevolg is dat veel leveranciers te laat zijn om een beroep te doen op het recht van reclame. Dat recht houdt in dat je als leverancier een koopovereenkomst mag ontbinden binnen 60 dagen na levering van de goederen, of 6 weken na afloop van de afgesproken betalingstermijn.

Leveranciers die te laat een beroep doen op hun recht te reclameren, zijn hun spullen kwijt. Dat is fijn voor de curatoren, want de producten komen in dat geval toe aan de boedel. Als de spullen worden verkocht, komt de opbrengst in zijn geheel terecht bij de schuldeisers.

Voor de doorstartende schoenenketen zelf, kan het overigens ongunstig uitpakken. De leveranciers zullen minder soepel zijn met nieuwe leveringen.

Gedoe over voorraden bij V&D

Ruzie tussen leveranciers en de curator zijn niet uitzonderlijk bij een faillissement. Ook V&D was er gedoe over geleverde voorraden. De curatoren van het warenhuis hadden eenzijdig besloten een deel van de leveranciers maar 70 procent van de waarde uit te betalen.

Na luid protest trokken de curatoren hun voorstel in, maar het tekent hoe zwak leveranciers staan, zelfs als ze een zogenoemd eigendomsvoorbehoud hebben afgedwongen. In dat laatste geval blijven de goederen altijd in het bezit van de leverancier zolang er niet is betaald.

Lees ook

Klant failliet en heb je spullen geleverd? Doe een beroep op recht van reclame

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl